• Dutch
  • Frisian
  • Saterfrisian
  • Afrikaans
Show all
36.3.3.Cases of obligatory R-extraction
quickinfo

The previous sections have examined the syntactic contexts allowing R-extraction, which does not mean, however, that R-extraction must be applied in these cases. The examples in (106) indicate that the preposition can also be pied-piped by movement of the R-pronoun; in the primeless examples in (106), the preposition is stranded by the moved R-word, whereas in the primed examples the preposition is pied-piped.

106
a. Jan heeft daar/hier de hele dag naar gezocht.
  Jan has there/here the whole day for looked
  'Jan has been looking for that/this all day.'
a'. Jan heeft daarnaar/hiernaar de hele dag gezocht.
b. Daar/Hier heeft Jan de hele dag naar gezocht.
b'. Daarnaar/Hiernaar heeft Jan de hele dag gezocht.

°Pied piping seems to be most common with demonstrative R-pronouns. As shown in (107a), leftward movement of the referential R-pronoun er must strand the preposition. Note that the unacceptability of topicalization in the (b)-examples does not tell us much, since topicalization of the unstressed R-pronoun er is excluded anyway.

107
a. Jan heeft er de hele dag naar gezocht.
  Jan has there the whole day for looked
  'Jan has been looking for it all day.'
a'. * Jan heeft ernaar de hele dag gezocht.
b. * Er heeft Jan de hele dag naar gezocht.
b'. * Ernaar heeft Jan de hele dag gezocht.

The examples in (108) show that the interrogative and relative R-pronouns preferably strand the preposition; the primed, pied-piping cases seem acceptable, but marked compared to the primeless, stranding cases. are

108
a. Waar heeft Jan de hele dag naar gezocht?
  where has Jan the whole day for looked
  'What did Jan look for all day long?'
a'. (?) Waarnaar heeft Jan de hele dag gezocht?
b. het pakje waar Jan de hele dag naar gezocht heeft
  the parcel where Jan the whole day for looked has
  'The parcel that Jan has been looking for all day long.'
b''. (?) het pakje waarnaar Jan de hele dag gezocht heeft

The examples in (109) and (110) show that leftward movement of quantified R-pronouns require, or at least strongly prefer, preposition stranding.

109
a. Jan heeft overal al naar gezocht.
  Jan has everywhere already for looked
  'Jan has already looked for everything.'
a'. * Jan heeft overal naar al gezocht.
b. Overal heeft Jan al naar gezocht.
b'. * Overal naar heeft Jan al gezocht.
110
a. Jan heeft ergens/nergens lang naar gezocht.
  Jan has somewhere/nowhere long for looked
  'Jan has looked for something a long time.'
a'. * Jan heeft ergens/nergens naar lang gezocht.
b. Ergens/Nergens heeft Jan lang naar gezocht.
b'. * Ergens/??Nergens naar heeft Jan lang gezocht.

We can therefore conclude that, with the exception of the demonstrative R-pronouns daar and hier, movement of R-pronouns preferably strands the preposition; in some cases, pied piping the preposition even leads to unacceptable results.

readmore
References:
    report errorprintcite